10.94.YY VERWIJDER TRANSPORTBEVEILIGING VAN CARTRIDGE <GEBIED>
|
Druk op voor hulp
|
|
Er is ten minste één transportbeveiliging geïnstalleerd.
|
|
1.
|
|
2.
|
Trek aan de tape en verwijder de printcartridge.
|
|
3.
|
Verwijder de oranje lipjes van de printcartridge.
|
|
4.
|
Vewijder het plastic stuk en het schuim uit het printcartridgegebied.
|
|
5.
|
Plaats de printcartridge weer in de printer en sluit vervolgens de bovenklep.
|
|
|
10.XX.YY ONVOLDOENDE-GEHEUGENFOUT
|
Druk op voor hulp
|
|
Er is een fout opgetreden in een of meer onderdelen van het apparaat. De waarden XX en YY vindt u hieronder:
|
XX00 = geheugen is defect
|
XX01 = geheugen ontbreekt
|
|
1.
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens in om het bericht te wissen.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
11.<XX> FOUT INTERNE KLOK
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Er is een fout opgetreden in de real-time klok.
|
|
U kunt doorgaan met afdrukken, maar telkens wanneer u het apparaat aanzet, krijgt u een melding. Om deze kwestie op te lossen neemt u contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
13.JJ.NT PAPIERSTORING OPEN INVOERLADES
|
|
Er is een storing opgetreden in een invoerlade.
|
|
1.
|
|
2.
|
Verwijder de printcartridge en eventueel papier.
|
|
3.
|
Plaats de printcartridge weer in de printer en sluit de bovenklep.
|
|
4.
|
|
|
13.JJ.NT STORING IN [LOCATIE]
|
|
Er is een storing opgetreden op de aangegeven plaats.
|
|
Verwijder het vastgelopen papier uit de opgegeven locatie.
|
Als het bericht nog steeds wordt weergegeven nadat u al het vastgelopen papier hebt verwijderd, is er mogelijk een sensor vastgelopen of beschadigd. Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
13.JJ.NT STORING IN <LOCATIE>
|
|
Er is een storing opgetreden op de aangegeven plaats.
|
|
Verwijder het vastgelopen papier uit de opgegeven locatie.
|
Als het bericht nog steeds wordt weergegeven nadat u al het vastgelopen papier hebt verwijderd, is er mogelijk een sensor vastgelopen of beschadigd. Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
13.JJ.WAARSCHUWING NT-APPARAAT
|
|
Het externe apparaat heeft een waarschuwing verzonden.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
Druk op voor hulp
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
De gegevens (dichte tekst, regels, raster- of vectorafbeeldingen) die naar het apparaat zijn verzonden, zijn te ingewikkeld.
|
|
1.
|
Druk op OK om de overgebrachte gegevens af te drukken (sommige gegevens kunnen verloren gegaan zijn).
|
|
2.
|
Als dit bericht vaak verschijnt, vereenvoudigt u de afdruktaak of installeert u meer geheugen.
|
|
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Er zijn te veel gegevens verzonden naar de EIO-kaart in de aangegeven sleuf [X]. Het is mogelijk dat er een onjuist communicatieprotocol in gebruik is.
|
N.B. EIO 0 is gereserveerd voor de ingesloten HP Jetdirect-printserver.
|
|
1.
|
Druk op OK om het bericht te wissen. (De taak wordt niet afgedrukt.)
|
|
2.
|
Controleer de hostconfiguratie. Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
22 GEÏNTEGREERDE I/O-BUFFEROVERFLOW
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Er zijn te veel gegevens verzonden naar de internet HP Jetdirect van het apparaat.
|
|
Druk op OK om verder te gaan met afdrukken. Er gaan mogelijk gegevens verloren.
|
|
22 USB I/O-BUFFEROVERFLOW
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Er zijn te veel gegevens naar de USB-poort verzonden.
|
|
Druk op OK om het foutbericht te wissen. (De taak wordt niet afgedrukt.)
|
|
40 EIO X SLECHTE TRANSMISSIE
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
De verbinding tussen het apparaat en de EIO-kaart in de aangegeven sleuf [X] is verbroken.
|
N.B. EIO 0 is gereserveerd voor de ingesloten HP Jetdirect-printserver.
|
|
Druk op OKom het foutbericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
|
|
40 GEÏNTEGREERDE I/O SLECHTE TRANSMISSIE
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
De verbinding tussen het apparaat en de HP Jetdirect-afdrukserver is verbroken.
|
|
Druk op OKom het foutbericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
|
|
41.3 ONVERWACHT FORMAAT IN LADE
|
Druk op voor hulp
|
VUL LADE XX [SOORT] [FORMAAT]
|
Wilt u een andere lade gebruiken, druk dan opOK
|
|
Dit komt meestal doordat er twee of meer vellen tegelijk in het apparaat zijn terechtgekomen of de lade niet goed is afgesteld.
|
|
1.
|
Vul de lade opnieuw met papier van het juiste formaat.
|
|
2.
|
Controleer of u in het softwareprogramma, in de printerdriver en op het bedieningspaneel steeds hetzelfde papierformaat hebt opgegeven.
|
|
3.
|
Druk op de toets OK om naar LADE XX FORMAAT= te bladeren. Configureer het formaat in een lade zodanig dat het apparaat een lade gebruikt die het voor de afdruktaak benodigde papierformaat bevat.
|
|
4.
|
Als het foutbericht niet verdwijnt, zet u het apparaat uit en weer aan.
|
|
5.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
1.
|
Druk op OK. De pagina met de fout wordt nu automatisch opnieuw afgedrukt als de functie voor het verhelpen van papierstoringen is ingeschakeld.
|
|
2.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
3.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Er heeft zich een kritieke firmwarefout voorgedaan.
|
Deze fout kan ontstaan door diverse externe oorzaken die niet direct te maken hebben met de hard- of firmware van het apparaat:
|
●
|
het besturingssysteem van de computer
|
|
●
|
|
●
|
|
●
|
|
●
|
|
Om te helpen bij het identificeren van de oorzaak van dit probleem dient u aan te geven wat u precies deed voordat de fout optrad.
|
|
1.
|
Zet het apparaat uit, laat het 20 minuten uitstaan en schakel het dan weer in.
|
|
2.
|
Als u de oorzaak van de fout kunt bepalen als een invloed van buitenaf, probeert u het probleem op te lossen door het externe probleem op te lossen.
|
|
3.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
|
Er is een fuser-fout opgetreden.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
53.XY.ZZ CONTROLE RAM DIMM SLEUF <X>
|
|
Er is een probleem met het apparaatgeheugen. De DIMM die de fout heeft veroorzaakt, wordt niet gebruikt.
|
Waarden X en Y geven het volgende aan:
|
●
|
X = DIMM-type, 0 = ROM, 1 = RAM
|
|
●
|
Y = DIMM-locatie, 0 = Intern geheugen (ROM of RAM), 1 = DIMM-sleuf 1
|
|
|
Druk op OK om door te gaan als u daartoe het verzoek krijgt.
|
Verdwijnt het bericht niet, dan zult u misschien de opgegeven DIMM moeten vervangen. Schakel de printer uit en vervang daarna de DIMM die de fout veroorzaakte.
|
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Dit bericht heeft meestal te maken met een sensorprobleem.
|
|
Schakel het product uit en weer in.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
55.XX.YY DC-CONTROLLERFOUT
|
Druk op voor hulp
|
55.XX.YY DC-CONTROLLERFOUT
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden door een onjuiste invoer- of uitvoerkeuze.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden in een van de apparaatventilatoren.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Er is een apparaatfout opgetreden waarbij een geheugentag-CPU-fout is geconstateerd, of er is een probleem met de luchtsensor of de stroomvoorziening.
|
|
Problemen met de stroomvoorziening oplossen:
|
1.
|
Verwijder het apparaat uit de UPS-voorzieningen, extra voedingsbronnen of contactdozen. Steek de stekker van apparaat in een wandcontactdoos en controleer of het probleem hiermee is opgelost.
|
|
2.
|
Als u de stekker van het apparaat al in een wandcontactdoos had gestoken, probeert u een andere voedingsbron in het gebouw, die onafhankelijk is van de voedingsbron die u op dit moment gebruikt.
|
|
Mogelijk moet worden gecontroleerd of de netwerkspanning en de stroombron bij het apparaat voldoen aan de elektrische specificaties van het apparaat.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
Druk op voor hulp
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
|
Er is een fout opgetreden toen het apparaat probeerde de lade met label X op te tillen.
|
|
1.
|
Open de lade en verwijder het papier
|
|
2.
|
Open de geleiders en zoek naar eventuele stukken gescheurd papier of vreemde voorwerpen in de lade.
|
|
3.
|
Plaats het papier opnieuw en sluit de lade.
|
|
4.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
5.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Dit bericht geeft aan dat er geen systeem is gevonden. Het softwaresysteem van het apparaat is beschadigd.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
65.XY.ZZ UITVOERAPPARAAT NIET AANGESLOTEN
|
Druk op voor hulp
|
|
Er is een uitvoerapparaat verwijderd terwijl het apparaat aan stond.
|
|
Als u wilt doorgaan met afdrukken, kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden:
|
●
|
Sluit het uitvoerapparaat weer aan.
|
|
●
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
66.XY.ZZ FOUT INVOERAPPARAAT
|
Druk op voor hulp
|
66.XY.ZZ FOUT INVOERAPPARAAT
|
Controleer de kabels en schakel het apparaat uit en weer in.
|
|
De externe controller voor papierverwerking heeft een fout gedetecteerd.
|
|
Controleer de kabels en schakel vervolgens het apparaat uit en weer in.
|
|
66.XY.ZZ FOUT INVOERAPPARAAT
|
Druk op voor hulp
|
66.XY.ZZ FOUT INVOERAPPARAAT
|
Controleer de kabels en schakel het apparaat uit en weer in.
|
|
Er is een fout opgetreden in een externe accessoire voor papierverwerking.
|
|
1.
|
Schakel het apparaat uit.
|
|
2.
|
Controleer of het accessoire correct is geplaatst en aangesloten op het apparaat, zonder onderbrekingen tussen het apparaat en het accessoire. Als het accessoire kabels gebruikt, dient u deze los te koppelen en opnieuw aan te sluiten.
|
|
3.
|
|
4.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
66.XY.ZZ FOUT UITVOERAPPARAAT
|
Druk op voor hulp
|
66.XY.ZZ FOUT UITVOERAPPARAAT
|
Controleer de kabels en schakel het apparaat uit en weer in.
|
|
De externe controller voor papierverwerking heeft een fout gedetecteerd.
|
|
Controleer de kabels en schakel vervolgens het apparaat uit en weer in.
|
|
66.XY.ZZ FOUT UITVOERAPPARAAT
|
Druk op voor hulp
|
66.XY.ZZ FOUT UITVOERAPPARAAT
|
Schakel uit, controleer verbinding en schakel weer in
|
|
Er is een fout opgetreden in een externe accessoire voor papierverwerking.
|
|
1.
|
Schakel het apparaat uit.
|
|
2.
|
Controleer of het accessoire correct is geplaatst en aangesloten op het apparaat, zonder onderbrekingen tussen het apparaat en het accessoire. Als het accessoire kabels gebruikt, dient u deze los te koppelen en opnieuw aan te sluiten.
|
|
3.
|
|
4.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
Controleer de kabels en schakel het apparaat uit en weer in.
|
|
De externe controller voor papierverwerking heeft een fout gedetecteerd.
|
|
Controleer de kabels en schakel vervolgens het apparaat uit en weer in.
|
|
68.X PERMANENT GEHEUGEN VOL
|
Druk op voor hulp
|
68.X PERMANENT GEHEUGEN VOL
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Het permanente geheugen van het apparaat is vol. Voor sommige instellingen zijn mogelijk de standaardwaarden hersteld.
|
|
1.
|
Als het foutbericht niet verdwijnt, zet u het apparaat uit en weer aan.
|
|
2.
|
Druk een configuratiepagina af en controleer de apparaatinstellingen om te bepalen welke waarden gewijzigd zijn.
|
|
3.
|
Zet het apparaat uit en houd Menu ingedrukt terwijl u het apparaat aanzet, om het permanente geheugen op te schonen.
|
|
4.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
68.X SCHRIJFFOUT PERMANENT GEHEUGEN
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Het opslagapparaat kan niet schrijven. Het afdrukken kan doorgaan, maar er kunnen onverwachte problemen optreden doordat er een fout is geconstateerd in de permanente opslag.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
Als het foutbericht niet verdwijnt, zet u het apparaat uit en weer aan. Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
68 OPSLAGFOUT INSTELLINGEN GEWIJZIGD
|
Druk op voor hulp
|
68 OPSLAGFOUT INSTELLINGEN GEWIJZIGD
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Er is een fout opgetreden in het permanente geheugen van het apparaat en een of meer apparaatinstellingen dienen op de standaardwaarde te worden ingesteld.
|
|
Druk op OK om het afdrukken te hervatten.
|
Druk een configuratiepagina af en controleer de apparaatinstellingen om te bepalen welke waarden gewijzigd zijn.
|
Als het foutbericht niet verdwijnt, zet u het apparaat uit en weer aan. Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
Druk op voor hulp
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Er is een afdrukfout opgetreden.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
Om door te gaan, schakel de printer uit en weer aan
|
|
Het apparaat heeft een kritieke hardwarefout geconstateerd.
|
|
1.
|
Druk op de stopknop om de afdruktaak uit het apparaatgeheugen te wissen. Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Probeer een taak vanuit een ander programma af te drukken. Als de taak wordt afgedrukt, gaat u terug naar het eerste programma en probeert u een ander bestand af te drukken. Als het bericht uitsluitend verschijnt bij een bepaald programma of een bepaalde afdruktaak, neemt u contact op met de softwareleverancier voor ondersteuning.
|
|
Als het bericht blijft verschijnen bij verschillende programma’s en afdruktaken, dient u de volgende stappen te proberen:
|
1.
|
Schakel het apparaat uit.
|
|
2.
|
Koppel alle kabels tussen het apparaat en het netwerk of de computer los.
|
|
3.
|
Verwijder alle geheugen-DIMM’s of DIMM’s van andere leveranciers uit het apparaat. Installeer vervolgens de geheugen-DIMM opnieuw.
|
|
4.
|
Verwijder het EIO-appaat uit het apparaat.
|
|
5.
|
|
Als de fout niet meer optreedt, volgt u de volgende stappen.
|
1.
|
Installeer de DIMM- en EIO-apparaten een voor een. Zet het apparaat na iedere installatie uit en weer aan.
|
|
2.
|
Vervang het DIMM- of EIO-apparaat als dit de fout heeft veroorzaakt.
|
|
3.
|
Sluit alle kabels tussen het apparaat en het netwerk of de computer weer aan.
|
|
|
|
Er heeft zich een kritieke fout met het EIO-accessoire in sleuf [X] voorgedaan.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Zet het apparaat uit, plaats het EIO-accessoire in sleuf [X] en zet het apparaat weer aan.
|
|
3.
|
Zet het apparaat uit, verwijder het EIO-accessoire uit sleuf [X], plaats het in een andere EIO-sleuf en zet het apparaat weer aan.
|
|
4.
|
Plaats het EIO-accessoire in sleuf [X].
|
|
|
8X.YYYY GEÏNTEGREERDE JETDIRECT-FOUT
|
|
De ingesloten HP Jetdirect-printserver heeft een kritieke fout geconstateerd.
|
|
1.
|
Schakel het product uit en weer in.
|
|
2.
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP als het bericht blijft verschijnen.
|
|
|
|
De machinetestpagina wordt afgedrukt.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
|
De afdruktaak wordt geannuleerd. Het bericht blijft aanwezig tijdens het stoppen van de taak, het verwijderen van papier uit de papierbaan en het verwijderen van de laatste gegevens die via het actieve gegevenskanaal worden ontvangen.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
BESTANDSBEWERKING INTERNE SCHIJF MISLUKT
|
|
Een opdracht heeft een onlogische bewerking geprobeerd.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
BEWERKING RAM-SCHIJF MISLUKT
|
|
Een opdracht heeft een onlogische bewerking geprobeerd.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
|
De afzonderlijke taken worden geïnitialiseerd.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
|
De sluimermodus van het apparaat wordt uitgeschakeld. Het afdrukken wordt daarna meteen voortgezet.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
|
Er wordt een automatische reiniging uitgevoerd.
|
|
U hoeft geen actie te ondernemen.
|
|
Druk op voor hulp
|
|
De optionele bak is omhoog geklapt.
|
|
|
CODE CRC-FOUT STUUR VOLLEDIG RFU NAAR POORT <X>
|
|
Tijdens de upgrade van de firmware is een fout opgetreden.
|
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
CORRUPTE FIRMWARE IN EXTERNE ACCESS.
|
Druk op voor hulp
|
|
Het apparaat heeft beschadigde firmware gedetecteerd in een invoer- of uitvoeraccessoire.
|
|
U kunt doorgaan met afdrukken, maar de kans bestaat dat het papier vastloopt. Zie De firmware upgraden voor instructies over het upgraden van de firmware en voor het downloaden van de firmware-upgrade.
|
|
Om de laatste pagina af te drukken, kies OK
|
|
Het apparaat wacht op een opdracht om af te drukken (het apparaat wacht bijvoorbeeld op een nieuw vel of totdat de afdruktaak wordt hervat).
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
DATUM/TIJD=JJJJ/MMMM/DD UU:MM
|
Druk op OK om door te gaan
|
Overslaan:druk .
|
|
De huidige datum en tijd.
|
|
Stel datum en tijd in of druk op de Stop-knop om dit over te slaan.
|
|
DUPLEXEENHEID FOUT AANGESLOTEN
|
Druk op voor hulp
|
|
De optionele duplexeenheid is niet correct aangesloten op het apparaat.
|
|
1.
|
Let erop dat u het rechthoekige netsnoer gebruikt dat bij het apparaat is geleverd.
|
|
2.
|
Probeer de optionele duplexeenheid los te koppelen en opnieuw te plaatsen. Schakel vervolgens het apparaat uit en weer in.
|
|
|
DUPLEXERFOUT VERWIJDER DUPLEXER
|
Installeer duplexeenheid terwijl de stroom is uitgeschakeld
|
|
De optionele duplexeenheid heeft een fout geconstateerd.
|
|
Schakel het apparaat uit en plaats de optionele duplexeenheid opnieuw. (Er kunnen afdruktaken gewist zijn in het apparaat.)
|
|
DUPLEX ONMOGELIJK SLUIT ACHTERSTE KLEP
|
Druk op voor hulp
|
|
De achterste klep moet gesloten zijn, anders kunt u niet dubbelzijdig afdrukken.
|
|
|
|
het apparaat gaat offline.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
EIO< X>-SCHIJF WERKT NIET
|
Druk op voor hulp
|
|
De EIO-schijf in sleuf X werkt niet goed.
|
|
1.
|
Schakel het apparaat uit.
|
|
2.
|
Controleer of de EIO-schijf correct is geplaatst en stevig vastzit.
|
|
3.
|
Wanneer het bericht op het bedieningspaneel blijft verschijnen, moet u de optionele harde schijf vervangen.
|
|
|
EIO <X> SCHIJF WORDT OPGESTART
|
|
De schijf in de EIO-sleuf [X] wordt geïnitialiseerd
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
|
Het genoemde apparaat levert een fout op.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
EIO BESTANDSBEWERKING MISLUKT
|
|
Een opdracht heeft een onlogische bewerking geprobeerd.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
EIO BESTANDSSYSTEEM IS VOL
|
|
Het genoemde bestandssysteem is vol; u kunt hier niets meer bij schrijven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
EIO IS BEVEILIGD TEGEN SCHRIJVEN
|
|
U kunt niet naar het bestandssysteem schrijven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
Envelopinvoer <soort> <formaat>
|
Wijzig formaat of type met OK
|
LADE <XX> [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
Huidig formaat en soort lade.
|
|
Wilt u formaat en soort accepteren, druk dan op de pijl terug .
|
Wilt u de instellingen wijzigen, druk dan op OK.
|
|
|
De envelopinvoer is leeg.
|
|
Plaats enveloppen in de envelopinvoer.
|
|
|
U hebt GEBEURTENISLOGBOEK WEERGEVEN op het bedieningspaneel geselecteerd maar het gebeurtenissenlogboek is leeg.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
Fabrieksinstellingen herstellen
|
|
De fabrieksinstellingen worden hersteld.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
FORMAAT IN LADE <XX> ONJUIST
|
Druk op voor hulp
|
|
De aangegeven lade is geladen met een ander papierformaat dan het geconfigureerde formaat voor de lade.
|
|
Laad de lade met het geconfigureerde formaat voor de lade.
|
Controleer of alle geleiders in de juiste stand staan in de opgegeven lade. Het afdrukken kan vanuit andere laden worden voortgezet.
|
|
FOUT INTERNE SCHIJFAPPARAAT
|
|
Het genoemde apparaat levert een fout op.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
|
Het genoemde apparaat levert een fout op.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
|
U hebt geprobeerd een reinigingspagina te maken of te gebruiken terwijl een duplexeenheid aanwezig is en de achterste klep is gesloten.
|
|
Open de achterste uitvoerbak om de reinigingspagina te maken of te gebruiken.
|
|
Gebeurtenislogboek wissen
|
|
Het gebeurtenislogboek wordt gewist.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
GEBRUIK LADE <XX> [SOORT] [FORMAAT]
|
Wijzigen: /.
|
|
Het apparaat heeft het papier van het gevraagde type en formaat niet gevonden. In het bericht worden het beschikbare type en formaat en de lade waarin het materiaal ligt weergegeven.
|
|
Druk op OK om de waarden in het bericht te accepteren, of druk op de pijl omhoog of omlaag / om door de beschikbare keuzemogelijkheden te bladeren.
|
|
|
U hebt op gedrukt, maar er is geen actieve taak of er zijn geen gebufferde gegevens aanwezig om te annuleren.
|
Het bericht wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven, waarna het apparaat terugkeert naar de modus Klaar.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
GEKOZEN PERSONALITY NIET BESCHIKBAAR
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
De printer heeft een verzoek ontvangen voor een personality (apparaattaal) die niet bestaat. De afdruktaak is geannuleerd.
|
|
Druk de taak af met een printerdriver voor een andere apparaattaal of voeg de gevraagde taal toe aan het apparaat (indien beschikbaar).
|
Voor een lijst met beschikbare personality’s dient u een configuratiepagina af te drukken.
|
|
HANDELING NU NIET MOGELIJK VOOR LADE X
|
Het formaat in de lade kan niet ELK FORMAAT zijn
|
|
Dubbelzijdig afdrukken is niet beschikbaar wanneer het ladeformaat is ingesteld op ELK FORM of ELK AANGEPAST.
|
|
Wijzig de lade-instellingen.
|
1.
|
Druk op Menu .
|
|
2.
|
Druk op de pijl omlaag om PAPIERVERWERKING te selecteren en druk daarna op OK.
|
|
3.
|
Druk op de pijl omlaag om de opgegeven lade te selecteren en druk daarna op OK.
|
|
4.
|
Wijzig de instellingen voor formaat en soort voor de geselecteerde lade.
|
|
|
HANDMATIGE INVOER [SOORT] [FORMAAT]
|
|
Het apparaat wacht totdat er papier is geplaatst in lade 1 voor handmatige invoer.
|
|
Als er al papier in lade 1 zit, druk dan op de Help-knop en druk op OK om af te drukken.
|
Wilt u een andere lade gebruiken, verwijder dan het papier uit lade 1 en druk op OK.
|
|
HANDMATIGE INVOER [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op OK om door te gaan
|
HANDMATIGE INVOER [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
Het apparaat wacht totdat er papier is geplaatst in lade 1 voor handmatige invoer.
|
|
Plaats het gevraagde papier in lade 1 en druk op OK.
|
|
HANDMATIGE INVOER [SOORT] [FORMAAT]
|
Wilt u een andere lade gebruiken, druk dan opOK
|
HANDMATIGE INVOER [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
Het apparaat wacht totdat er papier is geplaatst in lade 1 voor handmatige invoer.
|
|
Druk op OK om een type en formaat uit een andere lade te gebruiken.
|
|
|
De specifieke instellingen worden hersteld.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
INTERNE SCHIJF BESTANDSSYSTEEM IS VOL
|
|
Het genoemde bestandssysteem is vol; u kunt hier niets meer bij schrijven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
INTERNE SCHIJF BESTANDSSYSTEEM IS VOL
|
|
Het genoemde bestandssysteem is vol; u kunt hier niets meer bij schrijven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
INTERNE SCHIJF NIET BRUIKBAAR
|
|
De interne schijf werkt niet goed.
|
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
INTERNE SCHIJF WORDT OPGESTART
|
|
De interne schijf wordt opgestart. Taken waarvoor schijftoegang nodig is, moeten wachten.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
KAN NIET SCHRIJVEN NAAR INTERNE SCHIJF
|
|
Er kan niet naar het apparaat worden geschreven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
LADE <XX> [SOORT] [FORMAAT]
|
Wijzig formaat of type met OK
|
LADE <XX> [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op om de instellingen te accepteren.
|
|
Dit bericht geeft de huidige configuratie van het type en het formaat van de papierlade weer. U kunt deze configuratie wijzigen.
|
|
Als u het papierformaat of -type wilt wijzigen, drukt u op OK terwijl het bericht wordt weergegeven. Druk op de pijl terug om het bericht te wissen.
|
●
|
Stel het formaat en het type in op WILLEKEURIG als de lade regelmatig wordt gebruikt voor verschillende formaten of typen.
|
|
●
|
Stel een specifiek formaat en type in als slechts op één type papier wordt afgedrukt.
|
|
|
Druk op voor hulp
|
|
De lade kan geen papier invoeren in het apparaat omdat lade [X] is geopend en eerst moet worden gesloten voordat het afdrukken kan worden hervat.
|
|
Controleer de laden en sluit de laden die geopend zijn.
|
|
Mopy-taak kan niet worden uitgevoerd
|
|
Door een storing in het geheugen of het bestandssysteem is het afdrukken van meerdere exemplaren niet mogelijk. Er wordt slechts één exemplaar gemaakt.
|
|
Corrigeer de fout en probeer nogmaals de taak op te slaan.
|
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
|
Druk op OK om door te gaan zonder nieten.
|
|
Druk op voor hulp
|
Voor het openen van menu’s drukt u op OK
|
|
Er bevinden zich minder dan 70 nietjes in de cassette van de optionele nietmachine/stapelaar. Het afdrukken gaat door totdat alle nietjes in de cassette op zijn.
|
|
Vervang de nietcassette. Zie Nietjes plaatsen voor meer informatie over het vervangen van de nietcassette.
|
|
NIET-ONDERSTEUND HOST-USB-APPARAAT HERKEND
|
|
Er is een USB-apparaat in een USB-poort geplaatst dat niet wordt ondersteund.
|
|
Dit USB-apparaat kan niet worden gebruikt. Verwijder het apparaat.
|
|
ONDERDEEL GEÏNSTALLEERD DAT NIET VAN HP IS
|
|
Het apparaat heeft geconstateerd dat de printcartridge geen originele HP-cartridge is.
|
|
Als u meende een echt HP-onderdeel te hebben gekocht, belt u de fraude-hotline van HP.
|
Reparaties aan het apparaat als gevolg van het gebruik van onrechtmatige onderdelen of onderdelen die niet van HP zijn, worden niet gedekt door de garantie op het apparaat.
|
Druk op OK om verder te gaan met afdrukken.
|
|
ONDERDEEL GEÏNSTALLEERD DAT NIET VAN HP IS
|
Druk op voor hulp
|
|
Het apparaat heeft geconstateerd dat de printcartridge geen originele HP-cartridge is.
|
|
Als u meende een echt HP-onderdeel te hebben gekocht, belt u de fraude-hotline van HP.
|
Reparaties aan het apparaat als gevolg van het gebruik van onrechtmatige onderdelen of onderdelen die niet van HP zijn, worden niet gedekt door de garantie op het apparaat.
|
Druk op OK om verder te gaan met afdrukken.
|
|
ONDERSTEUNDE HOST-USB-APPARATUUR HERKEND, MAAR NIET BESCHIKBAAR
|
Druk op voor hulp
|
|
Er is een USB-apparaat herkend. Dit apparaat ondersteunt geen plug and play.
|
|
Schakel het apparaat uit en weer in, zonder het USB-apparaat te ontkoppelen.
|
|
|
Er is een verkeerde PIN-code ingevoerd.
|
|
Voer de PIN-code nogmaals in.
|
|
ONV. GEH. VOOR LADEN LETTERTYPEN/GEG.
|
Druk op voor hulp
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
Het apparaat heeft meer gegevens ontvangen dan het geheugen kan opnemen. Het is mogelijk dat u geprobeerd hebt om te veel macro’s, soft-lettertypen of ingewikkelde afbeeldingen over te brengen.
|
|
Druk op OK om de overgebrachte gegevens af te drukken (sommige gegevens kunnen verloren gegaan zijn).
|
Vereenvoudig de afdruktaak of installeer meer geheugen om dit probleem op te lossen.
|
|
OPBLAASFOUT STUUR VOLL. RFU NAAR POORT <X>
|
|
Tijdens de upgrade van de firmware is een fout opgetreden.
|
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
Papierbaancontrole (checking paper path)
|
|
Het apparaat controleert op mogelijke storingen of papier dat niet is verwijderd uit het apparaat.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
|
Het apparaat is vastgelopen of is aangezet, waarna er papier op een verkeerde locatie is ontdekt. Het apparaat probeert automatisch de pagina’s uit te voeren.
|
|
Wacht totdat het apparaat de pagina’s heeft uitgevoerd. Als de pagina’s niet kunnen worden uitgevoerd, verschijnt een bericht over vastgelopen papier op de display van het bedieningspaneel.
|
|
PAPIER ROND FUSER GEWIKKELD
|
Druk op voor hulp
|
|
Er is een storing opgetreden, doordat er papier is vastgelopen rond de fuser.
|
|
| VOORZICHTIG:
|
De fuser kan heet zijn zolang het apparaat in gebruik is. Wacht tot de fuser is afgekoeld voordat u deze aanraakt.
|
1.
|
Schakel het apparaat uit.
|
|
2.
|
Verwijder de achterste uitvoerbak.
|
|
3.
|
Druk op de blauwe lipjes om de fuser te verwijderen.
|
|
4.
|
Verwijder het vastgelopen papier.
|
|
5.
|
Plaats de fuser en de achterste uitvoerbak terug.
|
|
6.
|
|
|
PLAATS DE DUPLEXEENHEID OPNIEUW
|
|
De duplexeenheid is verwijderd.
|
|
Plaats de duplexeenheid terug.
|
|
Plaats enveloppen in invoer <soort> <formaat>
|
Druk op voor hulp
|
|
De envelopinvoer is leeg.
|
|
Plaats enveloppen in de envelopinvoer.
|
Als er al papier in de envelopinvoer zit, druk dan op OK om af te drukken.
|
Wilt u een andere lade gebruiken, verwijder dan het papier uit de envelopinvoer en druk op OK om verder te gaan.
|
|
Plaats enveloppen in invoer <soort> <formaat>
|
Wilt u een andere lade gebruiken, druk dan opOK
|
Plaats enveloppen in invoer <soort> <formaat>
|
Druk op voor hulp
|
|
De envelopinvoer is leeg.
|
|
Plaats enveloppen in de envelopinvoer.
|
Als er al papier in de envelopinvoer zit, druk dan op OK om af te drukken.
|
Wilt u een andere lade gebruiken, verwijder dan het papier uit de envelopinvoer en druk op OK om af te drukken.
|
|
PLAATS OF SLUIT LADE <XX>
|
Druk op voor hulp
|
|
De betreffende lade is open of ontbreekt.
|
|
Plaats of sluit de lade om door te gaan met afdrukken.
|
|
|
Het apparaat controleert op mogelijke storingen of papier dat niet is verwijderd uit het apparaat.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
RAM-SCHIJF IS BEVEILIGD TEGEN SCHRIJVEN
|
|
Er kan niet naar het apparaat worden geschreven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
RFU-LAADFOUT STUUR VOLL. RFU NAAR POORT <X>
|
|
Tijdens de upgrade van de firmware is een fout opgetreden.
|
|
Neem contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP.
|
|
|
Het genoemde apparaat levert een fout op.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
ROM-SCHIJF BESTANDSBEWERKING MISLUKT
|
|
Een opdracht heeft een onlogische bewerking geprobeerd.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
ROM-SCHIJF BESTANDSSYSTEEM IS VOL
|
|
Het genoemde bestandssysteem is vol; u kunt hier niets meer bij schrijven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
ROM-SCHIJF IS BEVEILIGD TEGEN SCHRIJVEN
|
|
Er kan niet naar het apparaat worden geschreven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
SCHIJF OPSCHONEN <X> % VOLTOOID
|
De printer niet uitschakelen
|
SCHIJF REINIGEN <X> % VOLTOOID
|
Druk op voor hulp
|
|
Er wordt een harde schijf opgeschoond.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
SCHIJF REINIGEN <X> % VOLTOOID
|
De printer niet uitschakelen
|
SCHIJF REINIGEN <X> % VOLTOOID
|
Druk op voor hulp
|
|
Het opslagapparaat wordt opgeschoond of gereinigd. Schakel het apparaat niet uit. De functies van het product zijn niet beschikbaar. Het apparaat wordt automatisch uit- en weer ingeschakeld wanneer dit proces is voltooid.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
SLECHTE AANSL. M.OPTIONELE LADE
|
|
Een van de optionele laden is niet goed aangesloten.
|
|
Verwijder het papier uit de lade en plaats de lade weer terug. Schakel vervolgens het apparaat uit en weer in.
|
|
SLECHTE AANSLUITING ENVELOPINVOER
|
|
De optionele envelopinvoer is niet correct aangesloten op het apparaat.
|
|
Probeer de optionele envelopinvoer los te koppelen en opnieuw te plaatsen. Schakel vervolgens het apparaat uit en weer in.
|
|
|
Het apparaat staat in de sluimermodus.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
Taak kan niet worden opgeslagen
|
|
De vermelde afdruktaak kan niet worden opgeslagen wegens een geheugen-, schijf- of configuratieprobleem.
|
|
Corrigeer de fout en probeer nogmaals de taak op te slaan.
|
|
TEVEEL LADEN GEÏNSTALLEERD
|
|
U hebt meer optionele laden geïnstalleerd dan door het apparaat worden ondersteund.
|
Het apparaat kan maximaal vier optionele laden voor 500 vel accepteren, of één optionele lade voor 1500 vel plus maximaal drie optionele laden voor 500 vel, tot een totaal van vier optionele laden.
|
|
Verwijder een van de optionele laden.
|
|
TE VEEL PAGINA’S IN TAAK OM TE VOLTOOIEN
|
Druk op voor hulp
|
|
De afwerkeenheid heeft zoveel pagina’s ontvangen dat deze niet kunnen worden afgewerkt. De pagina’s worden uitgevoerd zonder te zijn afgewerkt.
|
|
Verlaag het aantal pagina’s.
|
|
TE VEEL PAGINA’S VOOR BINDEN
|
Druk op voor hulp
|
|
U hebt te veel pagina’s verzonden bij deze taak. De pagina’s kunnen niet worden gebonden.
|
|
Verlaag het aantal pagina’s.
|
|
TEVEEL PAGINA’S IN DE TAAK OM TE NIETEN
|
Druk op voor hulp
|
|
Het maximum aantal vellen dat de nietmachine kan nieten, is 15. De taak wordt afgedrukt, maar niet geniet.
|
|
Afdruktaken met meer dan 15 pagina’s moet u handmatig nieten.
|
|
|
De bedieningspaneelfunctie van het apparaat die u probeert te openen, is vergrendeld om ongeoorloofde toegang te verhinderen.
|
|
Neem contact op met de netwerkbeheerder.
|
|
Verwijder alle papier uit de bak
|
|
De uitvoerbak is vol. U kunt niet doorgaan met afdrukken.
|
|
Maak de bak leeg zodat de huidige afdruktaak kan worden voltooid.
|
|
Verwijder alle papier uit de bak
|
|
De uitvoerbak is vol, maar deze is niet nodig voor de huidige afdruktaak.
|
|
Maak de bak leeg voordat u een taak naar die bak verzendt.
|
|
UITVOERSTAPEL HANDMATIG INVOEREN
|
Druk op OK om op andere zijde af te drukken
|
|
De eerste zijde van een handmatige duplextaak is afgedrukt en het apparaat wacht totdat u de uitgevoerde stapel hebt geplaatst om af te drukken op de tweede zijde.
|
|
1.
|
Plaats de uitgevoerde stapel in lade 1, in dezelfde richting en met de bedrukte zijde naar beneden.
|
|
2.
|
Druk op OK om verder te gaan met afdrukken.
|
|
|
|
De firmware wordt geüpgraded.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
USB-HUBS NIET VOLLEDIG ONDERSTEUND
|
Druk op voor hulp
|
|
Het apparaat voldoet niet aan de voedingsvereisten van de USB-hub.
|
|
Sommige bewerkingen werken mogelijk niet goed.
|
|
|
Het genoemde apparaat levert een fout op.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
USB-OPSLAG BESTANDSBEWERKING MISLUKT
|
|
Een opdracht heeft een onlogische bewerking geprobeerd.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
USB-OPSLAG BESTANDSSYSTEEM IS VOL
|
|
Het genoemde bestandssysteem is vol; u kunt hier niets meer bij schrijven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
USB-OPSLAG IS BEVEILIGD TEGEN SCHRIJVEN
|
|
Er kan niet naar het apparaat worden geschreven.
|
|
Druk op OK om door te gaan.
|
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
|
Druk op OK om door te gaan zonder nieten.
|
|
|
Het apparaat verwijdert een opgeslagen taak.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
Verzoek geaccepteerd. Een ogenblik geduld…
|
|
Het verzoek om een interne pagina af te drukken staat in de wachtrij.
|
|
Wacht tot de huidige taak is afgedrukt.
|
|
VOER PRINTERONDERHOUD UIT
|
Druk op voor hulp
|
|
Het is tijd voor het periodieke onderhoud.
|
|
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een afspraak voor onderhoud te maken. Ga door met afdrukken totdat het onderhoud is uitgevoerd.
|
|
VUL LADE <XX> [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
De aangegeven lade is geconfigureerd voor materiaal van een specifiek type en formaat voor een bepaalde afdruktaak, maar de lade is leeg. Ook alle andere laden zijn leeg.
|
|
Vul de aangegeven lade met het gevraagde papier.
|
|
VUL LADE <XX> [SOORT] [FORMAAT]
|
Wilt u een andere lade gebruiken, druk dan opOK
|
VUL LADE <XX> [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
Er wordt een taak verzonden waarvoor materiaal van een specifiek type en formaat vereist is, maar dit materiaal is niet aanwezig in de aangegeven lade.
|
|
Druk op OK om een type en formaat uit een andere lade te gebruiken.
|
|
VUL LADE 1 [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op OK om door te gaan
|
VUL LADE 1 [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
|
Vul lade 1 met het gevraagde papier.
|
Als er al papier in lade 1 zit, druk dan op de Help-knop en druk op OK om af te drukken.
|
Wilt u een andere lade gebruiken, verwijder dan het papier uit lade 1 en druk op OK om verder te gaan.
|
|
VUL LADE 1 [SOORT] [FORMAAT]
|
Wilt u een andere lade gebruiken, druk dan opOK
|
VUL LADE 1 [SOORT] [FORMAAT]
|
Druk op voor hulp
|
|
Lade 1 is leeg en er zijn andere laden beschikbaar.
|
|
Druk op OK als u een andere lade wilt gebruiken.
|
Als u lade 1 wilt gebruiken, plaats hier dan het gevraagde papier in.
|
Als er al papier in lade 1 zit, druk dan op de Help-knop en druk op OK om af te drukken.
|
Wilt u een andere lade gebruiken, verwijder dan het papier uit lade 1 en druk op OK om een andere lade te gebruiken.
|
|
WACHTEN OP STIJGEN LADE <XX>
|
|
Het papier wordt de bovenkant van de opgegeven lade verplaatst om het goed te kunnen invoeren.
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
Wacht totdat de printer opnieuw is geïnitialiseerd
|
|
Dit bericht kan om diverse redenen worden weergegeven:
|
●
|
De instellingen van de RAM-SCHIJF zijn gewijzigd voordat het apparaat opnieuw werd gestart.
|
|
●
|
Het apparaat wordt opnieuw gestart na een wijziging van externe apparaatmodi.
|
|
●
|
U hebt het menu DIAGNOSTIEK afgesloten.
|
|
●
|
Er is een nieuwe formatter geïnstalleerd met een oud apparaat, of er is een nieuw apparaat geïnstalleerd met een oude formatter.
|
|
|
Er is geen handeling vereist.
|
|
ZWARTE CARTRIDGE PLAATSEN
|
Druk op voor hulp
|
|
De printcartridge ontbreekt en moet opnieuw worden geplaatst om te kunnen doorgaan met afdrukken.
|
|
|
ZWARTE CARTRIDGE VERVANGEN
|
Druk op voor hulp
|
|
Het einde van de levensduur van de printcartridge is bereikt.
|
|
|
ZWARTE CARTRIDGE VERVANGEN
|
Druk op voor hulp
|
ZWARTE CARTRIDGE VERVANGEN
|
Druk op OK om door te gaan
|
|
De cartridge is vrijwel leeg.
|
|
Bestel een nieuwe cartridge. Druk op OK om verder te gaan met afdrukken.
|
|