1.
|
Geef in het softwareprogramma de bronlade, het papierformaat en de papiersoort op.
|
|
2.
|
Stuur de taak naar het apparaat.
|
Als de lade moet worden geconfigureerd, verschijnt hiervoor een melding op het display van het bedieningspaneel.
|
3.
|
Als het weergegeven formaat niet klopt, drukt u op de pijl terug . Druk op de pijl omlaag om het juiste formaat te selecteren of selecteer AANGEPAST.
|
Als u een aangepast formaat wilt opgeven, drukt u eerst op de pijl omlaag om de juiste maateenheid te selecteren. Stel dan de X- en Y-afmetingen in via het numerieke toetsenblok of door op de pijlen omhoog of omlaag te drukken.
|
4.
|
Als het weergegeven soort papier niet juist is, drukt u op de pijl terug en daarna op de pijl omlaag om de papiersoort te selecteren.
|
|